Van Marwijk in 1999 al in Zuid-Afrika
In januari 1999 zou ik na een mooie vakantie in Zuid-Afrika terugvliegen naar Nederland toen ik op het vliegveld van Johannesburg in een lokale krant las dat Fortuna Sittard op trainingskamp was in Johannesburg en twee dagen later zou oefenen tegen het nationale elftal van Zuid-Afrika. Ik had mijn instapkaart voor de terugvlucht al in de hand, maar de KLM stond me toe alsnog te blijven. Een uur later zat ik in een taxi op weg naar het eenvoudige, maar goede hotel waar Fortuna logeerde. Drie uur later was ik gast aan het diner. Trainer Bert van Marwijk en zijn assistent Cokcy Voorn hadden een kamer voor me geregeld en als enige journalist was ik, uiteraard, waar mogelijk hun gast. De volgende dag mocht ik met de bus mee naar de training, een dag later zaten we in de bus naar het stadion in Soweto voor de oefenwedstrijd tegen Bafana Bafana. We reden zeker een uur door Soweto op zoek naar de ingang. Fortuna was net op tijd voor de wedstrijd, dachten we. Pas na een uur kwam de tegenstander en voor er werd afgetrapt, gingen de beide ploegen eerst met elkaar op de foto. Oh ja, had Fortuna een scheidsrechter bij zich? Nee, wilde dan iemand vlaggen? Mij werd door Bert van Marwijk lachend de vlag aangeboden. Ik dankte vriendelijk voor de eer. Geen idee hoe de wedstrijd Fortuna tegen Bafana Bafana met Benny McCarthy en Aaron Moekoena eindigde.
Liefde voor voetballen en kaarten
Van Marwijk was net een half jaar trainer van zijn eerste Nederlandse profclub. Hij had de beschikking over Mark van Bommel, Kevin Hofland, Wilfried Bouma en Patrick Paauwe, spelers met wie hij in twee jaar tijd een swingend elftal zou opbouwen. We zaten ’s avonds, spelers, trainers en begeleiders na het diner ontspannen te praten over voetballen en Zuid-Afrika. Ook toen al was het gevaarlijk zo maar het hotel te verlaten. Van Marwijk zag zich zelf als een gewone trainer, met liefde voor het voetballen en kaarten. Aan uitgaan of stappen dacht hij niet, al was het maar omdat hij voorbeeld voor zijn spelers wilde zijn. Hij had het erg naar zijn zin bij Fortuna, vlak bij zijn woonplaats Meersen.
Ouderwetse linksbuiten
Bert was een goede voetballer geweest, een ouderwetse linksbuiten zoals Nederland er velen heeft gehad, van Piet Keizer tot Coen Moulijn, van Lambert Verdonk tot Pierre Vermeulen, van Rob Rensenbrink tot Rob de Wit. In dat bijzondere rijtje misstaat hij niet. Linksbuitens en keepers zijn apart, Van Marwijk was ook zo’n aparte, maar bleef altijd down to earth. Ik leerde in die dagen in Johannesburg Van Marwijk kennen als een gedreven vakman, die niet het idee had dat hij het voetballen opnieuw moest uitvinden. Hij liet zijn elftal met beperkte spelers zeer aantrekkelijk voetballen en maakte van Fortuna Sittard een naar het leek stabiele subtopper, naar het leek, want Van Marwijk was nog niet weg of het ging zeer hard bergafwaarts met de ooit zo roemruchte Limburgse club. Zijn werk viel op, ik was dan ook niet verbaasd toen Jorien van den Herik bij de ‘provinciaal’ Van Marwijk terecht kwam toen hij in 2000 en nieuwe trainer voor Feyenoord zocht. Met Van Marwijk behaalde Feyenoord zijn laatste grote succes, het winnen van de Uefa Cup in 2002, kort na de moord op Pim Fortuyn. Maar ook kwam hij in conflict met het grootste talent van Feyenoord, Robin van Persie. Heeft hem lang dwars gezeten dat er in die tijd geen klik tussen hem en de huidige nummer 9 van het Nederlands elftal ontstond. Na Feyenoord trainde hij de Duitse subtopper Borussia Dortmund dat net op dat moment zwaar moest bezuinigen. Ook Dortmund speelde herkenbaar en waar mogelijk aanvallend voetbal.
Bezeten van kleinkineren
Dat hij ooit bondscoach zou worden, zal hij die dagen in Johannesburg niet hebben gedacht. Hij is dezer dagen op stap met een groep grote ego’s als Van Persie, Sneijder en Van der Vaart. Maar op de een of andere manier accepteert hij hen zoals ze zijn en zij hem zoals hij is. Bert laat mensen in hun waarde en hoeft niet ten koste van anderen zich zelf te profileren. Hij is een van hen en tegelijk de baas, maar hij speelt en acteert geen baas. Hij is net als Cruijff een familieman, bezeten van zijn kleinkinderen, zoals we zagen in een reportage van Harry Vermeegen. Hij raakte niet in paniek toen vlak voor de kwartfinale zijn beste verdediger Joris Mathijsen geblesseerd afhaakte. Of Ooijer voor alle zekerheid de warming-up wilde doen. Wat zou paniek hebben opgeleverd? Niets, het leven gaat gewoon door. We kennen het resultaat. Hij had tijdens de persconferentie na de overwinning op Brazilië een prachtige opmerking. De analisten van de NOS in de rust, Henk ten Cate en Piet de Visser, smeekten net als commentator Frank Snoeks om een ingreep. En ik moet eerlijk toegeven, ik wachtte ook op een ingreep. Maar Van Marwijk deed niets, dus deed hij heel veel. Hij behield het vertrouwen in zijn spelers, ‘want door wisselen word je niet altijd beter’. De rest is geschiedenis.
Een poldercoach
Was laatst gast in ‘Met het Oog op Morgen’ met schrijver Abdelkader Benali. Hij noemde Van Marwijk Machiavellistisch. Ik vind hem het tegendeel van een op macht beluste manipulator. Ik vind Van Marwijk een typisch Hollandse coach, een poldercoach. Polderen heeft helaas een negatieve annotatie gekregen. Polderen hoeft niet te betekenen dat je altijd het compromis zoekt, polderen betekent ook dat je door normaal, menselijk gedrag harmonie beoogt tussen mensen met soms verschillende belangen, tussen mensen die elkaars concurrent zijn. Dat je met je spelers en staf omgaat volgens jouw opvattingen van wat beschaving is. Ik vermijd bewust het vaak verkrachte woord respect, het is namelijk meer, het is ook empatisch leven en denken, vertrouwen geven en krijgen. Zoals een oude wijsheid uit de Thora zegt: van geven word je niet armer. Ik heb het gevoel dat Van Marwijk zijn spelers heel veel geeft. En als je zijn gsm inspreekt, belt hij terug. Overigens peins ik er niet over om zijn GSM dezer dagen in te spreken.
Frits Barend
Volg Frits op Twitter