Johan Cruijff deed vorige week een leuke uitspraak over het zwaar tegenvallende niveau van het WK: ‘Er zijn teams die al naar huis zijn en die niet eens weten dat ze hebben deelgenomen.’ Het zal duidelijk zijn wat Johan daarmee bedoelt. Die uitspraak kan niet voor Oranje gelden, want Nederland zit wel bij de laatste acht van de wereld. In Montevideo, hoofdstad van het kleine Uruguay, gingen mensen massaal de straat op, Spanje is vol trots dat La Roja bij de beste acht van de wereld hoort, Duitsland leeft in euforie na de bijna traditionele overwinning op het grote Albion, Argentinië verrast iedereen aangenaam met het gedrag van Maradona en alleen al de aanwezigheid van Messi, Ghana is de grote Afrikaanse hoop, kortom de ‘alegria’ in alle landen die nog deelnemen is groot.
Maar vandaag is het voor Van Marwijk niet alleen de dood of de gladiolen van Louis van Gaal. Het is meer. Als Nederland vandaag verliest, heeft het de kwartfinale gehaald, maar meer ook niet. Letterlijk. Dan heeft Nederland niets nagelaten dat buiten Nederland voor enige opwinding of herinnering zorgt, dan zullen Sneijder en met name Robben nog herinnerd worden als spelers van het team dat maar niet wilde voldoen aan de verwachtingen en dan praten liefhebbers helemaal niet meer over Van Persie, Van der Vaart, Kuyt, Stekelenburg of Van Bommel. Want tot nu toe maakt Oranje de faam van ‘la naranja mecanica’ op geen enkele wijze waar, wel de faam van een team dat geduldig zwakke tegenstanders verslaat.
Maar als Nederland wint, als Van Persie eindelijk waarmaakt wat ik tevoren had voorspeld en verwacht, als Robben zijn voorspelbare maar oh zo geniale actie van rechts anderhalf keer kan uitvoeren, als Sneijder de bal van 25 meter een keer goed raakt, als Van der Vaart een subtiel steekpassje goed ziet aankomen, als Kuyt toevallig net weer op de goede plaatst staat en Stekelenburg die onmogelijke bal over de lat tikt, als Van Bommel en De Jong die Braziliaanse dravers en schoppers van repliek dienen, dan lult niemand over het verlangen naar ‘la naranja mecanica’.
De laatste alinea is naar aanleiding van de vorm van een aantal spelers en het daaraan gekoppelde spel meer hoop dan verwachting, maar ook reëel na het zien van het vaak ook oersaaie Brazilië. Daar straalt de klasse ook niet vanaf. Of zoals Cruijff ons gisteren zei, met pijn in het hart, want hij had liever euforisch over beide teams gesproken: ‘In degelijkheid en het ontregelen zijn de Brazilianen denk ik iets verder dan wij.’ Moge de grote meester ongelijk hebben, hopen hij en wij, want een finale tussen Nederland en Spanje is de droom van ook veel Spanjaarden.
PS: en die droom houden we levend, want het werden zwaarbevochten gladiolen.
Frits Barend
Volg Frits op Twitter